SBK Art voucher, art as a present

De start van de 21ste eeuw

12/11/2025 - 30/11/2025 @ SBK Amsterdam KNSM

Aan het begin van de 21ste eeuw nemen digitalisering, social media en kunstmatige intelligentie een grote vlucht, terwijl mondiale klimaatproblemen om samenwerking vragen. In de kunst maakt het postmodernisme plaats voor een herwaardering van modernistische idealen als engagement en utopie. Hybriditeit wordt centraal: kunstenaars mengen disciplines en vervagen de grenzen tussen kunst en niet-kunst. De hedendaagse kunstenaar beweegt vrij tussen contexten en benut kunst om maatschappelijke thema’s te onderzoeken.

De 21ste eeuw wordt gekenmerkt door een enorme toename van het gebruik van social media en de opkomst van kunstmatige intelligentie. Aan het begin van het jaar 2000 werd gevreesd voor wereldwijde computerstoringen door de millenniumbug. Hoewel een dergelijke ramp uitbleef, liet dit wel zien hoe afhankelijk de mensheid inmiddels was geworden van digitale technologie.

Het besef groeit dat de toenemende klimatologische en ecologische verstoringen mondiale problemen zijn die niet langer op nationaal of regionaal niveau op te lossen zijn. Dit leidt enerzijds tot meer globalisering, maar anderzijds ook tot het ontstaan van micro-utopieën en vormen van escapisme uit een gevoel van doemdenken. Denk bijvoorbeeld aan de vele post-apocalyptische films en series die in de 21ste eeuw zijn gemaakt.

Jaren 2000–2010 in de beeldende kunst

De modernistische mens uit de eerste helft van de twintigste eeuw kan worden gekarakteriseerd als een pelgrim, op zoek naar de ‘waarheid’ en een betere wereld.
De postmoderne mens uit de laatste decennia van de twintigste eeuw beweegt zich daarentegen in een massacultuur. De postmoderne samenleving is niet alleen een consumptiemaatschappij, maar ook een media- en informatiemaatschappij.

Het postmodernisme reageerde op het modernisme door idealisme in te ruilen voor vermaak en fictie. De geschiedenis werd een grabbelton waaruit clichés en ornamenten werden opgediept, en waarin disciplines in nieuwe combinaties werden samengebracht.
De postmoderne mens is te typeren als een toerist zonder reisplan: hij ‘zapt’ door de wereld op zoek naar nieuwe ervaringen.

Het relativisme van het postmodernisme kreeg kritiek, vooral vanuit voormalige koloniën. Het cultuurrelativisme had ertoe geleid dat niet-westerse culturen zich beperkt voelden tot hun traditionele cultuur en zich onvoldoende erkend voelden in hun streven naar modernisering. Opkomende economieën in Zuid-Amerika, het Midden-Oosten, Azië en Afrika richten zich juist op modernisering.

Kritiek op het relativerende postmodernisme en een heroriëntatie op het idealistische modernisme zorgden voor een nieuwe culturele context in de 21ste eeuw. Vanuit postkoloniale visies ontstond het begrip hybriditeit. Dit staat voor transformatie: nieuwe vormen en culturen ontstaan uit de samenvoeging of interactie van bestaande vormen en culturen.

Aan het begin van de 21ste eeuw zijn veel ontwikkelingen te relateren aan maatschappelijke thema’s als sociaal engagement, duurzaamheid en hybriditeit. Dit weerspiegelt een hernieuwde aandacht voor het modernisme. Ook in de beeldende kunst is een herwaardering zichtbaar voor elementen die het postmodernisme leek te hebben afgezworen, zoals abstractie, experiment en avant-gardisme.

Hoewel het postmodernisme niet langer richtinggevend is, zijn de verworvenheden ervan niet verdwenen: differentiatie, pluralisme en aandacht voor niet-westerse kunst blijven relevant. In de hedendaagse kunst lijkt een synthese te zijn ontstaan die verwantschap vertoont met het gedachtegoed van het modernisme, maar waarin ook de inzichten van het postmodernisme zijn opgenomen. Engagement (kritiek op politieke en maatschappelijke ontwikkelingen) en utopieën (het scheppen van nieuwe werelden) zijn daarvan duidelijke voorbeelden.

Hybriditeit gaat verder dan multidisciplinariteit. Het combineren van verschillende artistieke media is al sinds de late jaren zestig een basiselement van de kunst. In de hedendaagse kunst is het medium (schilderkunst, beeldhouwkunst, video, film, performance) niet langer bepalend voor het artistieke project of de betekenis die de kunstenaar wil overbrengen. De ‘hybride’ kunstenaar combineert autonome en toegepaste kunstvormen; het onderscheid daartussen vervaagt, evenals de grens tussen kunst en niet-kunst.

Een voorbeeld hiervan is Joep van Lieshout. Met Atelier van Lieshout creëert hij een breed spectrum aan meubelontwerpen, architectuur en beeldende kunst, vaak met een grimmige of sarcastische maatschappijvisie. Zijn lijfspreuk luidt: ‘Het maakt me niet uit of je het kunst noemt of niet.’

De ‘nieuwe’ kunstenaar heeft een groot maatschappelijk bereik, beweegt zich moeiteloos tussen verschillende contexten en weet zijn of haar creativiteit ook via toegepaste vormen te uiten.